
Het tekort aan arbeidskrachten in de industrie is nijpend. Technologie, zoals robots en virtual reality, wordt vaak als oplossing naar voorgeschoven, maar is dat altijd een succes? We verzamelden enkele belangrijke spelers uit de industriële sector zoals Picanol, Vanheede, Deceuninck en Beaulieu aan tafel om inzichten en praktijkervaringen te delen. Ook professor Steven Dhondt en onderzoeker Bruno Koninckx waren van de partij, zij leidden het gesprek aan de hand van hun kennis die toegespitst is op digitale innovatie en de sociale impact van robots en digitalisatie. Ontdek nu de vier belangrijkste aanbevelingen. De rode draad? Het belang van employee empowerment.
Wereldwijd zijn er miljoenen arbeiders te kort om de industrie vlot te laten draaien. Veel efficiëntieslagen zijn al achter de rug, voor het overige manuele werk zijn arbeidskrachten nodig. Daarnaast loopt de gemiddelde leeftijd van een operator op tot 45 jaar. De digitale skills-kloof tussen de verschillende generaties op de productievloer wordt zo groter en groter. Een harde realiteit die daarenboven overschaduwd wordt door de hevige strijd die woedt om werknemers te vinden en te houden.
Het World Economic Forum is duidelijk, zij poneren dat de toekomst van de industrie niet enkel afhangt van technologie maar meer dan ooit ook van een daadkrachtige visie wat betreft mensen. De hamvraag luidt: ‘Hoe versterk je werknemers zodat ze hun volledige potentieel kunnen ontplooien?’
Heel wat bedrijven voelen een druk om zoveel mogelijk te automatiseren. Toch wordt het potentieel ervan vaak verkeerd ingeschat. Wanneer de voordelen van een nieuwe technologie worden overschat, heeft men te maken met ‘zo-zo technologieën’. Deze term van MIT-professor Daron Acemoglu verwijst naar ontwikkelingen die de werkgelegenheid verstoren en werknemers verdringen zonder dat de productiviteit of de kwaliteit van de dienstverlening er veel op vooruit gaat. Denk bijvoorbeeld aan Google Glasses die vaak niet doen wat ze beloven en veel personeel vergen om ze goed te laten functioneren.
In zo’n gevallen voelen werknemers zich, terecht, achteruitgeschoven door technologie. Hun talent, kennis en toewijding worden verspild terwijl er geen vooruitgang wordt geboekt.
Waar zit de winst dan wel? Daar waar technologie mensen aanvult door hun productiviteit te boosten in hun huidige takenpakket.
Om de gulden snede tussen technologie en mens in de industrie te vinden, zijn er volgens Professor Dhondt vier cruciale voorwaarden: veiligheid, inzetten op skills, mensgerichte technologie en participatie. Vooral dat laatste is nodig om echte productiviteitswinsten te genereren. Medewerkers die dagelijks met hun beide voeten in productieprocessen of tussen machines staan, weten immers als geen ander hoe de vork in de steel zit. Laat medewerkers, vanuit alle lagen van de organisatie, daarom meedenken over de implementatie van technologie. Een perfect logisch datamodel dat door de beste data analisten werd gebouwd, is altijd beter als ook de ervaring van de vloer wordt geïntegreerd.
Werknemers van in het begin betrekken, wanneer er bijvoorbeeld naar nieuwe oplossingen wordt gekeken, creëert ook meer buy-in. Er moet voldoende aandacht zijn voor de verandering waar werknemers door moeten. Hen iets opdringen werkt zelden. Ook na de implementatie is het belangrijk om ruimte te laten voor inbreng. Misschien worden er nog nieuwe mogelijkheden gespot als ze de technologie dagelijks gebruiken. Die dialoog dien je als organisatie constant te faciliteren, zodat je samen op zoek kan blijven naar de grootste toegevoegde waarde van technologie binnen jouw organisatie.
In industrie 4.0 werd gefocust op connected machines en het terugschroeven van het aantal medewerkers door middel van doorgedreven automatisering. Ondertussen evolueren we meer en meer naar industrie 5.0 waarbij de nadruk vooral ligt op de samenwerking tussen mens en machine.
Toch is het idee dat technologie autonoom moet werken nog steeds dominant. Professor Dhondt roept op om ook de ondersteuningsvisie niet uit het oog te verliezen. Zet in op technologie die complexe taken eenvoudiger maakt zodat mensen sneller leren, minder fouten maken en op een gezonde, efficiënte manier werken. Denk altijd in functie van de mens. Waar kan technologie ondersteuning bieden in plaats van een werknemer gewoon te vervangen? Als een werkomgeving te heet is, kan je bijvoorbeeld perfect een robot inzetten.
Slechts 9% van de bedrijven in België mogen zichzelf een digitale leider noemen. In de praktijk blijkt er veel aarzel en twijfel te bestaan als het gaat over het experimenteren met nieuwe technologie. Aan de ronde tafel horen we dat dit op de werkvloer inderdaad moeilijk is, ieder uur van elke werkkracht is nodig.
Hoe doe je het dan wel? Ga naar de mensen toe, ga vragen stellen, kom te weten wat hen zou kunnen helpen en pols of ze zelf ideeën hebben. Wanneer je een experiment op poten zet, wees dan ook eerlijk over de verwachtingen. Iets uitproberen houdt immers ook in dat het kan falen. Als iedereen er met die ingesteldheid aan begint, lijdt de motivatie er veel minder onder.
Wil je zelf het gesprek aangaan over prangende uitdagingen in je sector? Laat het ons weten!